Pieter Harmensz
Pieter Harmensz ,
geb. te Blaricum; Koptienden Eertste: 1630-76,
ovl. te Blaricum; Koptienden Laatste: 1681-65,
, -
PETER HERMENSZ / HERMANSZ / HARMANSE
Blaricum Koptienden (1630-76 1681-65):
1630-76: v. Crijn Jansz 1 Spt
1632-78: v. VADER Hermen Cornelisz 1 Spt 2 cop
- Situatie: 2 Spt 2 cop
1649-76: v. Dirck Rutgersz 7 cop 3/4
- v. Otto Lambertsz Cornelisz 6 cop
- Situatie: 3 Spt 7 cop 3/4
1654-76: v. Willem Willemsz (Vos) 3 cop 1/2
- in de plaats van Dirck Reijersz Schout
- Situatie: 4 Spt 3 cop 1/4
1656-76:v. Weeskinders v. Lambert Jan Aertsz 5 cop
- Situatie: 5 Spt 0 cop 1/4
1681-65: v. Harman Cornelisz 6 cop 3/4
- op Rut Heijndricksz 1 Spt 7 cop 3/4
- op Roel Fransen 1 Spt 7 cop 1/2
- op Jan Peter Harmansen 1 Spt 7 cop 3/4
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 18-197; 11-03-1657: compareerde voor het Collegium van Schepenen Gijsbert Cornelisz buurman tot Blaricum en verclaerd ten versoecke van Gerberich Quirijnen (Crijnen) weduwe van Pieter Hermensz dat sij ontrent ses
weecken nae de doot van sijn suster Lijsbeth Cornelis als mede-erfgenaem van Lijsbeth voornoemt, is geweest ten huijse van Jan Gosen, omme de goederen door haar overlijden haarluijden aange-erft te delen ...- Vader:
Harmen Cornelisz , zn. van Cornelis Hendricksz Jacobsz ,
geb. te Blaricum; Koptienden Eertste: 1605-50,
ovl. te Blaricum; Koptienden Laatste: 1681-64,
, -
HARMAN / HERMEN CORNELISZ
Blaricum Koptienden (1605-50 1681-64/65):
1605-50: v. Jan Henricksz 7 cop
1611-50: v. Willem Jansz 4 cop
- v. Jan Gijsbert Jansz de Jonge 4 cop
- Situatie: 1 Spt 7 cop
1619-56: v. Abraham Jansz 3 cop 1/2
- v. Jan Gijsbert Jansz 3 cop
- Situatie: 2 Spt 5 cop 1/2
1624-64: v. Joncker Jacob van Amerongen 7 cop
- Situatie: 3 Spt 4 cop 1/2
1632-66: op ZOON Peter Hermensz 1 Spt 2 cop
t/m 1632-66: Situatie: 2 Spt 2 cop 1/2
1635-62 t/m 1676-65: ER STAAT: 2 Spt 3 cop 1/2
1677-64: op Gerrit Jansz Snijder 1 Spt 3 cop
- op Tijs Reijertsz 2 cop 1/4
t/m 1680-64: Situatie: 0 spt 6 cop 3/4
1681-64/65: op Peter Harmansz 6 cop 3/4.
relatie
met
Gerberich Crijnen , dr. van Crijn Jansz en N Sijmons ,
Gerbregge Quirijnen,
, -
SAGV155.2-ORA-3232, Beeldnr. 184-185, 24-04-1654: Folio 84-85; Huwelijksakte: Wij Ebbetghe Thimansz als moeder van Rutger Hendricksz haeren soone als Bruijdegum ter eenre en Gerbregh Crijnen als moeder van Aertgen Pietersz als Bruijt ter
andere sijde; Rutger Hendricksz brengt via zijn moeder in Maetlandts en andere ackers en Aerten Pieters via haer moeder eveneens land.
-
SAGV155.2-ORA-3233, Folio 18-197; 11-03-1657: compareerde voor het Collegium van Schepenen Gijsbert Cornelisz buurman tot Blaricum en verclaerd ten versoecke van Gerberich Quirijnen (Crijnen) weduwe van Pieter Hermensz dat sij ontrent ses
weecken nae de doot van sijn suster Lijsbeth Cornelis als mede-erfgenaem van Lijsbeth voornoemt, is geweest ten huijse van Jan Gosen, omme de doederen door haar overlijden haarluijden aange-erft te delen ...
Uit deze relatie:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | Jan | | Blaricum; Koptienden Eerste: 1665-89 | †1699 | Blaricum; Koptienden Laatste: 1708-68 | | 1 | 3 |
2 | Matje | *1652 | Blaricum | †1681 | Blaricum | 29 | 1 | 1 |
3 | Geertje | | | | | | 1 | 1 |
4 | Aertje | | | | | | 1 | 0 |
>